info-steel-47

de long, ont amené les parties de passerelle en trois nuits depuis les ateliers de la firme à Gand jusqu’au chantier à Pfaffenthal. Lors du montage de la grue, il fallait tenir compte de la largeur limitée de la chaussée en bas (la Côte d’Eich) et de la présence de différents obstacles dans la zone de travail comme des arbres classés et la forteresse Vauban voisine. Après avoir amené sur place les deux parties de la passerelle, l’en- trepreneur les a soudées l’une à l’autre et mises en peinture. Il a ensuite fait glisser la passerelle à sa position définitive pour la fixer à la cage d’ascenseur en béton et à la béquille. Pour le coulissement, la firme Aelterman a utilisé un système de coulissement et de contrepoids hydraulique de conception maison permettant de réduire au minimum l’impact à hauteur du parc Pescatore et de la Côte d’Eich. Cela a permis par exemple de se passer de fondations provisoires pour l’installation de coulissement. La coordination poussée, le contrôle perma- nent et des évaluations intermédiaires entre la construction métallique et la construction en béton de la cage d’ascenseur de 70 m de haut ont porté leurs fruits et ont permis la réalisa- tion sans problème de l’important assemblage boulonné entre la passerelle et les éléments métalliques préalablement coulés dans la cage d’ascenseur en béton. » « Ce n’était certes pas une mince affaire de mener ce projet à bonne fin », poursuit Xavier Lichtfus, responsable du projet du bureau d’architectes Steinmetzdemeyer à Luxembourg. « Sur le chantier, il fallait notamment accorder une attention particu- lière à la tolérance pour les rails de la cabine. Celle-ci est de 25 mm. Pour résoudre le problème de la dilatation thermique due au rayonnement solaire, on a surdimensionné la structure portante des rails. Il fallait aussi tenir compte de la grande densité de l’arma- ture de la tour en béton qui interdisait d’im- proviser des ouvertures. Et cela valait aussi pour les éléments en acier coulés dans le béton et servant à la fixation de la passerelle et de la béquille. Ces derniers devaient être positionnés avec la plus grande précision. » L’ascenseur et la passerelle reliant la vallée à la ville haute ont été inaugurés le 22 juillet dernier. 55 ton zware brugdelen in drie nachten van de werkplaatsen van de firma in Gent naar de bouwplaats in Pfaffenthal. Bij de montage van de kraan moest rekening worden gehouden met de beperkte beschikbare breedte op de onderlig- gende weg (de Côte d’Eich) en de aanwezigheid van verschillende hindernissen in de werkzone zoals geklasseerde bomen en de naburige Vaubanvestingen. Nadat ze op hun plaats waren gebracht, werden beide brugdelen aan elkaar gelast en geschilderd om vervolgens naar hun uiteindelijke positie te worden verschoven en met de betonnen liftconstructie en de ‘béquille’ te worden verbonden. Voor het verschuiven werd gebruikgemaakt van een door de firma Aelterman in eigen huis ontwikkeld hydraulisch verschuif- en ballasteringssysteem waarmee de impact ter hoogte van het Pescatorepark en de Côte d’Eich tot een minimum kon worden beperkt. Op die manier konden bijvoorbeeld tijdelijke funderingen voor de verschuifinstallaties vermeden worden. Een doorgedreven coördina- tie, permanente controle en tussentijdse evalua- tie tussen de staalbouwwerken en betonwerken van de 70 m hoge liftconstructie werd bekroond met een probleemloze realisatie van de omvang- rijke boutverbindingen tussen de passerelle en de vooraf in de liftconstructie ingestorte stalen koppelelementen”. “Het was inderdaad geen evidentie een en ander tot een goed einde te brengen”, beaamt Xavier Lichtfus projectverantwoordelijke van het architec- tenbureau Steinmetzdemeyer in Luxemburg. “Op de werf diende onder meer bijzondere aandacht besteed aan de tolerantie voor de rails van de cabine. Die bedraagt 25 mm. De draagstructuur van de rails werd overgedimensioneerd om het probleem van thermische uitzetting door de zonnestralen op te lossen. Verder moest rekening worden gehouden met de grote wapenings- densiteit van de betonnen toren. Geen enkele opening mocht geïmproviseerd worden. Hetzefde geldt voor de stalen elementen die in het beton verzonken werden en die dienden voor de beves- tiging van de passerelle en de ‘béquille’. Deze moesten met de grootste nauwgezetheid worden geplaatst.” De lift en passerelle die de vallei met de bovenstad verbinden, werden ingehuldigd op 22 juli ll. 45